Aaltje Foppes de Groot Fonds

Ik wil trachten om voor de inwoners van Oosterwierum eens uit de doeken te doen wat het ‘Aaltje Foppes de Groot Fonds’ is. Waar het vandaan komt en voor wie het bedoeld is. In het voorjaar krijgt u altijd een schrijven hierover. Wij hebben in onze gemeente verschillende fondsen, welke bij testament zijn geschonken aan verschillende doelen. Zo ook deze.

Aaltje de Groot werd in augustus 1894 geboren op een boerderij waar nu nog het hooivak staat op het erf van Herman en Lilian Boersma. Ze was enig kind van Foppe en Lipkje de Groot en is overleden op 7 april 1960.
Mijn vader groeide als buurjongen samen met haar op. Hij was een van de zonen van Johannes en Lies de Schiffart. Johannes werkte als arbeider bij Benjamin de Boer, de overgrootvader van Bennie Nauta. Zij woonden in een dubbele arbeiderswoning die stond aan de weg naast de boerderij naar het kerkhof. Mijn vader speelde dan ook vaak met Aaltje de Groot.
De moeder van Aaltje, Foppe Lip, zo werd zij in de volksmond genoemd, had de gewoonte om nooit geld in de handen te nemen. Zij kwam altijd met het geld op een schoteltje als er iets betaald moest worden. Hier konden de neringdoenden het geld afpakken en het wisselgeld weer op deponeren. Lipkje overleed op 9 april 1948 en is toen begraven in Oosterwierum. Foppe had andere plannen en vertrok naar Amerika. Lipkje was een volle nicht van Hedzer Leyenaar, de vader van mevrouw Groen-Leyenaar, bij iedereen beter bekend als Tjalling’s Tet.

Aaltje trouwde met Adolf Bonté en verhuisde naar Den Haag waar Adolf werkte. In 1939 zijn ze naar Zwitserland gevlucht om uit handen van de regering te blijven. Er werd gezegd dat zij beide deviezen smokkelden en daarom zijn gevlucht. Adolf Bonté is overleden in Zwitserland in 1954 en is daar gecremeerd. Aaltje is zoals al eerder beschreven, overleden in 1960, ruim een week later is zij hier op het kerkhof begraven en is de urn van haar man in het graf bijgezet.

Bij testament lieten zij een legaat na voor het onderhoud van het familiegraf en een bedrag voor de minder draagkrachtige inwoners van Oosterwierum. De jaarlijkse rente wordt indien nodig uitgekeerd in geld of goederen aan deze minder draagkrachtige inwoner(s) van Oosterwierum; zoals beschreven in het testament. Vroeger had men nog niet de A.B.W. (Algemene Bijstands Wet). Deze heeft veel ‘problemen’ voor minder draagkrachtigen opgelost.
De criteria die worden gehanteerd, wil men in aanmerking komen voor een vergoeding uit het Aaltje Bonté de Groot Fonds, geven aan een inkomensgrens van de aanvrager op 125% van de bijstandsnorm. Dit wordt gecontroleerd door de bevoegde instantie, in overleg met de betrokkenen. De vermogensgrenzen worden niet gecontroleerd, dit ter bescherming van de privacy.

Rintje de Schiffart