“In azuur een toren van goud, met geknikte spits, met twee galmgaten boven in de toren, en een smal venster halverwege, staande p een terp van sinopel, beladen met drie penningen van goud, geplaatst 2 en 1; de toren aan weerszijden vergezeld van een paardekop met afhangende manen, alles van goud, de rechter omgewend. ”

Oorsprong/verklaring

De toren stelt de plaatselijke 12e eeuwse toren voor, een alleenstaande toren op een terp, net buiten het dorp. De paardekoppen en de penningen slaan op de hengstenfokkerij ter plaatse, een belangrijke bron van inkomsten.

Literatuur : Genealogysk Jierboek van de Fryske Rie foar Heraldiek, 1995, blz 194

zie ook NGW